In Rilland speelt Zeeuwse Zorgschakels een actieve rol bij de Zeeuwse Huiskamer. Wat is dat voor organisatie en waarom zijn ze bij het proces daar betrokken? Een interview met Marieke van Werkhoven, directeur van de organisatie.

Marieke van Werkhoven de zeeuwse huiskamerWat doet Zeeuwse Zorgschakels?
We houden ons bezig met netwerken rond zorg, waaronder dementie, en we doen dat in heel Zeeland. Het unieke is dat alle zorgpartijen bij onze organisatie berokken zijn. Zeeuwse Zorgschakels wordt ondersteund door zorgaanbieders en huisartsen.

Mensen die dementie hebben of mensen die een familielid of partner met dementie hebben, kunnen bij ons terecht. We werken met onafhankelijke casemanagers die voor afstemming zorgen, en die mensen met dementie en hun omgeving helpen om met de ziekte te leren omgaan. Dat kan intensief zijn of minder intensief. Onze casemanagers zien hun cliënten gemiddeld elke 6-8 weken, maar afhankelijk van de behoefte of wat nodig is soms  maar één keer in het half jaar, of veel vaker. Ze weten van de regelgeving, van het zorgaanbod en vormen van ondersteuning en helpen mensen zo op weg.

Hoe is de samenwerking met de Zeeuwse Huiskamer tot stand gekomen?
Dat we samen zijn gaan werken heeft alles te maken met het woonomgevingtraject in Rilland. We liepen al rond met het idee van een dementievriendelijk dorp en daar heeft de omgeving een plaats in. We zijn aangesloten bij het al lopende project in Rilland.

Waarom wilden jullie daar aan mee doen?
We weten heel veel over mensen met dementie. Veel onderzoeken gaan over technische aspecten zoals stofjes of de hersenen. Maar er wordt vaak vergeten iets aan de mensen zelf te vragen. “Wat vind jij, in jouw situatie en omgeving zelf belangrijk.”

En ik denk dat er regionaal veel verschillen zijn en daar helpt dit onderzoek je ook achter te komen. We werken veel met landelijke gegevens en die willen we vertalen naar de situatie hier. Onze casemanagers komen in de praktijk veel dingen tegen en ik wil graag dat er gekeken wordt hoe die kennis ingezet kan worden.

De blogs van Don Monfils waarvoor hij heel veel mensen gesproken heeft, werken wat dat betreft heel goed. Hij heeft heel veel kennis opgedaan en vastgelegd. Maar nu mis ik nog wel een beetje de publiekelijke toepassing. Het zichtbaar maken van al de kennis die er is vergaard.

Er ligt dus kennis voor het oprapen. Kun je daar een voorbeeld van geven?
Ik weet bijvoorbeeld van een mantelzorger die zijn vrouw niet meer alleen kon laten. Hij heeft een paard en heeft eigenlijk behoefte aan een oppasuurtje voor de verzorging van dat paard. Je kunt dan naar de gemeente en er is veel bereidwilligheid vanuit de kerk (al zijn er ook mensen die niet op de kerk zitten te wachten) maar er is geen oppasdienst.

Ik zie de Zeeuwse Huiskamer als een aanjager en initiator en motivator voor ideeën en initiatieven. Er zijn ideeën voor een lespakket voor de basisschool, een dorpswandeling en theatervoorstelling. Dat moet nu vorm gaan krijgen. Zo’n lespakket bestaat nog nergens. En ook daar zie ik een rol voor de Zeeuwse Huiskamer. Je wilt de goede dingen die je nu bedenkt niet mislopen.

Vertel eens over die dorpswandeling?
Dat is iets dat uit de radio-uitzending van de Zeeuwse Huiskamer bij Radio Reimerswaal is gekomen (de uitzending kun je naluisteren via deze link, RED). Ik was daar in gesprek met iemand die gaat over publieke werken in de gemeente. Het ging erover hoe een dementievriendelijke woonomgeving eruit zou moeten zien. Ik heb daar wel ideeën over, maar niet alle antwoorden op. Net als de casemanagers en Don Monfils.

Als je er iets aan wilt doen, dan moet je aan de slag met betrokkenen en met mensen met handelingskracht. Het idee is nu om een dorpswandeling te doen met een betrokken wethouder, casemanagers en mensen met dementie. Er is nog niks concreet en nog niks duidelijk van wat en hoe, maar 21 september, Wereld Alzheimer Dag, lijkt me er een hele mooie dag voor.

Helpt de opzet van het dorp Rilland bij het zelfstandig wandelen?
Rilland heeft natuurlijk het voordeel van dat rechte stratenplan en dat helpt wel, maar mensen met beginnende dementie kunnen nog leren. Je kunt ze dus, bijvoorbeeld aanleren om elke dag het zelfde rondje te  lopen met behulp van herkenningspunten.

Je kunt mensen in Rilland dat zelfstandig laten doen of je kunt iets opzetten waarbij ze elke dag met iemand gaan lopen. Als je de omgeving goed en eenduidig inricht met herkenningspunten of pictogrammen dan helpt dat misschien. En ik denk dat dat het voor heel veel andere doelgroepen die moeite hebben met oriëntatie ook handig is. Bovendien doe je, als je dit opzet in Rilland, kennis op voor elders. Wie weet kunnen van die pictogrammen ook in andere dorpen werken.

Zijn er nog meer van dat soort mooie mogelijkheden?
O, ideeën hebben we zat. De tijd om ze allemaal uit te voeren, dat is een ander verhaal. Ik heb door een voorbeeld vanuit Denemarken eens gezien hoe iemand die door dementie moeite heeft met de volgorde van handelingen met een stap-voor-stap handleiding nog zelf koffie kan zetten. En als je mensen vroegtijdig met een smartphone leert omgaan, dan kun je daar apps op zetten die ze helpen heel lang zelfstandig te blijven. Er kan heel veel en uiteindelijk komt het vaak neer op oplossingen op maat. Natuurlijk maak je grote algemene plannen in een raamwerk, maar er moet altijd ruimte voor maatwerk zijn.